Financieringsovereenkomst Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Met de BNG is een financieringsovereenkomst voor een Krediet- en Depotarrangement en elektronisch betalingsverkeer gesloten welke stilzwijgend wordt verlengd met telkens een kalenderjaar. Onderdeel van het kredietarrangement is een krediet in rekening-courant met een limiet van € 9,0 miljoen.
Uitstaande vakantierechten
De ultimo 2017 uitstaande verplichting voor opgebouwde vakantierechten bedraagt € 700.000.
Park Lingezegen
In 2017 is een overeenkomst voorbereid waarmee de gemeente het perceel aan de Karstraat 59 met omliggende gronden aankoopt van de provincie Gelderland. Die overeenkomst voorziet tevens in het vervallen van het financieel risico voor de gemeente in geval van herontwikkeling. Eind 2017 was de overeenkomst formeel nog niet ondertekend, echter de besluiten hiertoe zijn wel genomen c.q. in behandeling. Inmiddels heeft in 2018 ondertekening plaatsgevonden
Inkoopcontracten
De gemeente Lingewaard heeft diverse contracten afgesloten die elk een inkoopwaarde hebben van meer dan € 750.000. Hieronder staan de categorieën aan kosten waarvoor contracten zijn afgesloten.
- Detachering / inhuur personeel
- Afvalinzameling
- Onderhoud groen
- Software applicaties
- Zorginkoop sociaal domein (hulpmiddelen, hulp bij het huishouden, leerlingenvervoer)
Borg- en garantstellingen
De afgegeven 100% garantieverstrekkingen aan verenigingen en/of stichtingen bedragen per 31 december 2017 bijna € 167.000. De afgegeven directe garantieverstrekkingen aan instellingen en/of organisaties bedroegen per 31 december 2017 ruim € 7,0 miljoen.
Waarborgfonds Sociale Woningbouw
Per 31 december 2017 was door het WSW voor een bedrag van ruim € 43,4 miljoen aan garantie-verstrekkingen afgegeven. Woningcorporaties kunnen via het WSW voordelig geld lenen tegen gunstige voorwaarden op de kapitaalmarkt voor investeringen in sociale huurwoningen en (sociaal) maatschappelijk vastgoed. De zekerheidsconstructie van het WSW zorgt daarvoor. Gemeenten vormen voor 50% de achtervang op de borgstelling door het WSW. Het risico dat gemeenten als achtervang lopen is theoretisch: het bestaat uit het verstrekken van een relatief kleine en renteloze lening, die het WSW te zijner tijd terugbetaalt. Dit speelt pas als een corporatie niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen en het garantievermogen niet toereikend blijkt.
Waarborgfonds Eigen Woningen
Per 31 december 2017 was door het WEV voor een bedrag van € 142,0 miljoen aan garantieverstrekkingen afgegeven. Het WEV heeft sinds 1 januari 1995 als doel het eigen woning bezit te bevorderen en is belast met de uitvoering van de Nationale Hypotheek Garantie. Het Rijk en gemeenten vormen de achtervang voor het geval het WEW niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Tot en met 2010 droegen het Rijk en gemeenten ieder voor 50% de achtervang. Met ingang van 2011 draagt het Rijk voor nieuwe gevallen de volledige achtervang.
Hypotheekfonds overheidspersoneel
Per 31 december 2017 was voor een bedrag van ruim € 733.000 aan 100% garantstelling afgegeven.
Tenslotte staat per 31 december 2017 een bedrag van ruim € 3,1 miljoen aan 100% garantstelling uit voor hypothecaire leningen afgesloten voor 1 januari 1995.
Voor een overzicht van de verstrekte garanties wordt verwezen naar bijlage ‘Overzicht borg- en garantstellingen’.
Eigen bijdrage op grond van de Wet Maatschappelijke ondersteuning (WMO)
Een aanvrager van een voorziening, hulp in de huishouding of een financiële tegemoetkoming (persoonsgebonden budget) is op grond van de WMO een bijdrage verschuldigd. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het CAK. De informatie van het CAK (om privacyredenen beperkt) is ontoereikend om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen op grond van de WMO geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dit betekent dat door de gemeenten geen zekerheden omtrent omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen.