Renterisico's
We hebben twee instrumenten om het renterisico te monitoren: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De kasgeldlimiet geeft aan hoeveel de gemeente kort mag financieren als percentage van de begroting. De toegestane kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal.
Met de renterisiconorm kunnen we het renterisico bij herfinanciering beheersen. Het renterisico is het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar.
KASGELDLIMIET PER 31-12-2017 | |||||
Kasgeldlimiet | |||||
Omvang begroting per 1 januari 2017 | 103.324 | ||||
Kasgeldlimiet in procenten van de grondslag | 8,50% | ||||
Kasgeldlimiet in bedrag | 8.783 | ||||
(Bedragen x EUR 1.000) | |||||
REALISATIE | |||||
Kwartaal | |||||
1: jan-mrt | 2: apr-jun | 3: jul-sep | 4: okt-dec | Jaar | |
Vlottende schuld | |||||
Opgenomen gelden < 1 jaar | 11.667 | 15.000 | 11.667 | 8.667 | 11.750 |
Schuld in rekening-courant | 3.100 | 217 | 295 | 1.339 | 1.238 |
Gestorte gelden door derden < 1 jaar | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal vlottende schuld | 14.767 | 15.217 | 11.962 | 10.006 | 12.988 |
Vlottende middelen | |||||
Uitgeleende gelden < 1 jaar | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Contante gelden in kas | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Tegoeden in rekening-courant | 18 | 833 | 2.174 | 22 | 762 |
Overige uitstaande gelden < 1 jaar | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal vlottende middelen | 18 | 833 | 2.174 | 22 | 762 |
Toets kasgeldlimiet | |||||
Totaal netto vlottende schuld | 14.749 | 14.384 | 9.787 | 9.984 | 12.226 |
Toegestane kasgeldlimiet | 8.783 | 8.783 | 8.783 | 8.783 | 8.783 |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) | -5.967 | -5.601 | -1.005 | -1.202 | -3.444 |
Volgens de Wet financiering decentrale overheden mag de kasgeldlimiet gedurende 2 achtereenvolgende kwartalen overschreden worden. In 2017 hebben we de limiet echter het hele jaar overschreden. Hiervoor hebben we vooraf toestemming aan de provincie Gelderland gevraagd. Omdat het een tijdelijk overschrijding betrof, heeft de provincie ons toestemming gegeven. In december is de gemeenschappelijk regeling Bergerden financieel afgewikkeld. Hierdoor blijven we vanaf januari 2018 weer binnen de kasgeldlimiet. Een bijkomend voordeel van de langere overschrijding van de kasgeldlimiet was het feit dat de korte rente negatief is geweest. Dit heeft de gemeente Lingewaard een voordeel opgeleverd.
RENTERISICONORM PER 31-12-2017 | |||||||
(Bedragen x EUR 1.000) | |||||||
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | ||||
Renterisico op vaste schuld | realisatie | budget | budget | budget | |||
1a. Renteherziening op vaste schuld o/g | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
1b. Renteherziening op vaste schuld u/g | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a - 1b) | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g) | 10.000 | 13.500 | 4.000 | 3.000 | |||
3b. Nieuw verstrekte lange leningen (u/g) | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a - 3b) | 10.000 | 13.500 | 4.000 | 3.000 | |||
5. Betaalde aflossingen | 12.636 | 2.636 | 3.986 | 3.986 | |||
6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) | 10.000 | 2.636 | 3.986 | 3.000 | |||
7. Renterisico op vaste schuld (2 + 6) | 10.000 | 2.636 | 3.986 | 3.000 | |||
Renterisiconorm | |||||||
8. Stand van de begroting per 1 januari | 103.324 | 103.324 | 103.324 | 103.324 | |||
9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage | 20% | 20% | 20% | 20% | |||
10. Renterisiconorm | 20.665 | 20.665 | 20.665 | 20.665 | |||
Toets Renterisiconorm | |||||||
10. Renterisiconorm | 20.665 | 20.665 | 20.665 | 20.665 | |||
7. Renterisico op vaste schuld | 10.000 | 2.636 | 3.986 | 3.000 | |||
11. Ruimte(+) / Overschrijding(-) (10 - 7) | 10.665 | 18.029 | 16.679 | 17.665 |
Het renterisico op de vaste schuld blijft in de periode 2017-2020 onder de norm. In 2017 is conform de begroting een nieuwe langlopende geldlening van € 10 miljoen afgesloten. Deze lening diende ter herfinanciering van een aflopende lening.
Renteschema
Conform de notitie rente uit het BBV mag vanaf de begroting 2017, in de paragraaf financiering, inzicht gegeven worden in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. Vanaf de begroting 2018 is dit verplicht. Met onderstaand schema wordt hieraan invulling gegeven.
RENTESCHEMA: | |||||
a. | De externe rentelasten over de korte en lange financiering | 2.349.455 | |||
b. | De externe rentebaten (idem) | -/- | 221.336 | ||
Saldo rentelasten en rentebaten | 2.128.119 | ||||
c1. | De rente die aan de grondexploitatie moet worden toegerekend | -/- | 1.109.452 | ||
c2. | De rente van projectfinanciering die aan het desbetreffende taakveld moet worden toegerekend | -/- | |||
- | |||||
c3. | De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | +/+ | |||
- | |||||
. | Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | -/- | 1.109.452 | ||
d1. | Rente over eigen vermogen | +/+ | - | ||
d2. | Rente over voorzieningen | +/+ | - | ||
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 1.018.667 | ||||
e. | De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | -/- | 1.795.506 | ||
f. | Renteresultaat op het taakveld Treasury | -776.839 |
Bovenstaande tabel laat bovenaan onder a en b het saldo van de rentelasten minus de rentebaten van de gemeente Lingewaard zien. Vervolgens wordt hier de rente van afgetrokken die moet worden toegerekend aan de grondexploitaties (c1). Wat overblijft is de rente die aan de taakvelden moet worden toegerekend. De teorekening gaat door middel van een renteomslagpercentage van 1,5%. Dit is een afgerond percentage op 0,5%. Door deze toegestane afronding wordt meer rente toegerekend aan de taakvelden dan we daadwerkelijk betalen. Dit levert een positief renteresultaat op het taakveld treasury op.
Kredietrisico's
Kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering door het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij, door insolventie (onvermogen om zijn schulden te kunnen betalen). Risicogroepen zijn gerangschikt naar oplopend risico. Bij woningcorporaties is het risico het laagst en bij de verenigingen/stichtingen het hoogst.
KREDIETRISICO OP VERSTREKTE GELDEN PER 31-12-2017 | ||
Risicogroep | Restantschuld | % |
(x 1.000 euro) | ||
Woningcorporaties | 1.790 | 22,6% |
Hypothecaire geldleningen ambtenaren | 3.737 | 47,1% |
Startersleningen | 2.321 | 29,3% |
Verenigingen/stichtingen | 84 | 1,1% |
Totaal | 7.932 | 100% |
De risico's voor onze gemeente zijn klein. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) staat in eerste instantie garant voor de lening van de woningcorporaties. Gemeenten hebben een zogenaamde achtervangpositie. Bij de hypothecaire geldleningen heeft elke afzonderlijke lening voldoende onderpand. Startersleningen zijn verstrekt met hypothecaire zekerheid én Nationale Hypotheekgarantie.
Alleen voor de leningen verstrekt aan verenigingen/stichtingen is sprake van een klein risico van 1,1% van de totale uitzettingen.